Op IKC Vindingrijk werken wij in units, ook wel Rijken genoemd.
Rijk 2 (leerjaar 1, 2 en 3)
In Rijk 2 volgen kinderen onderwijs op hun eigen niveau. Aan de hand van observaties worden kinderen ingedeeld in een stamgroep. We kijken hierbij naar de algehele ontwikkeling van het kind en zoomen in op de sensomotorische ontwikkeling. De sensomotorische ontwikkeling is het gebruik maken van zowel je zintuigen (ervaren) als de motoriek (beweging). Hierdoor rijpen de hersenen en zijn kinderen steeds meer in staat om zich op cognitief gebied te ontwikkelen. Het kan gedurende het jaar voorkomen dat een kind doorstroomt naar een andere stamgroep. Hierdoor is het kind altijd op zijn eigen niveau aan het werk en blijft het aanbod doelgericht.
Wilt u meer weten over de sensomotorische ontwikkeling, dan is de podcast ‘Sirene voor kinderen’ aflevering 2 van Hanneke Poot zeker een aanrader.
Hoe zijn de ruimtes in Rijk 2 ingedeeld?
- Als uw kind 4 jaar is geworden, start hij/zij in de stamgroep voor de startende speler. In deze groep worden alle hoeken in het klein aangeboden. Kinderen kennis laten maken met Rijk 2, de regels aanbieden en veiligheid in een kleinere ruimte staan hierbij centraal.
- Na de stamgroep van de startende speler zal uw kind doorstromen naar een stamgroep voor de beginnende speler. De kinderen kunnen zich hier in een grotere rijke ruimte bewegen, alle materialen worden op dit niveau aangeboden en we leren de kinderen steeds meer hun eigen regie te pakken.
- In de laatste stamgroep wordt alles op het niveau van de gevorderde speler aangeboden in hoeken. Daarnaast wordt in deze groep gestart met het lees- en schrijfonderwijs. Hier bewegen de kinderen zich ook in een grotere rijke ruimte en worden alle materialen op niveau aangeboden.
Spel is een belangrijk element in Rijk 2. Tijdens spel activeren kinderen alle delen in het brein en leggen zij verbindingen met eerder opgedane kennis uit instructie. De spelhoeken zijn ingericht aan de hand van een thema en hier zijn doelen in verwerkt. Het geeft leerkrachten de mogelijkheid om te observeren hoe de opgedane kennis uit instructie wordt toegepast en wordt beheerst.
Naast de hoeken zijn er in de ruimtes ook instructieplekken ingericht, waar kinderen in kleine groepjes op doel hun instructies krijgen aangeboden. Uit onderzoek blijkt dat kinderen tussen de 5 en 6 jaar gemiddeld 5 tot 8 minuten hoog betrokken nieuwe kennis en vaardigheden kunnen leren via een directe instructie. Vanuit dit perspectief vinden wij het belangrijk om onze lessen breinvriendelijke aan te bieden. Dit houdt in; een korte dagopening, activiteiten in kleine groepen die maximaal 5 tot 10 minuten duren, verschillende werkvormen en voldoende beweegmomenten, zowel buiten als binnen.
Gedurende de dag ontmoeten de kinderen elkaar op verschillende plekken. Dit is tijdens het buitenspel, op het constructieplein en tijdens talenttijd. De talenttijd vindt in de middag plaats en hier kunnen kinderen zich inschrijven voor allerlei groepsactiviteiten.
De kinderen uit Rijk 2 zijn veel buiten. De ontwikkelkansen van kinderen zijn immers buiten net zo groot als binnen. Buiten hebben we echter meer bewegingsruimte tot onze beschikking.
In de verrijkte ruimtes zijn weinig stoelen en tafels te vinden en de ruimtes hebben een open karakter. Dit doen wij omdat het bijdraagt aan de fysieke ontwikkeling, motorische vaardigheden en het algehele welzijn van de kinderen. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u graag naar het volgende artikel Kleuterrevolutie - Met je kont op de grond.
Rijk 3 (leerjaar 4 en 5) en Rijk 4 (leerjaar 6, 7 en 8)
Uw kind zit altijd in een vaste stamgroep, waarin hij of zij de dag start, eet, sociaal-emotionele lessen krijgt en de dag eindigt. In deze stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden. Op die manier krijgt ieder kind de gelegenheid zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen. Daarnaast kunnen oudere kinderen hun jongere Rijkgenootjes helpen. Ook op sociaal vlak krijgen de kinderen hierdoor de kans zich aan elkaar op te trekken, zo is uw kind een keer de jongste en een keer de oudste.
Hoe ziet een dag er ongeveer uit?
Uw kind start in zijn of haar stamgroep. De leerkracht opent de dag met de kinderen. Na deze dagopening wordt er gestart met instructie/werken aan dag- en weektaak.
De kinderen zien op hun weektaak of op het bord wanneer ze aan de beurt zijn voor welke instructie. Wanneer ze de instructie hebben, gaan ze naar de betreffende instructieplek bij de betreffende leerkracht (dit kan een andere leerkracht zijn dan van de stamgroep). De instructie is in een klein groepje, zodat er gerichte en intensievere aandacht is voor uw kind. Bij het indelen van kinderen in instructiegroepen, kijken we naar de leerlijnen van rekenen, taal, lezen en spelling. Kinderen die bijvoorbeeld met rekenen op hetzelfde punt op de rekenleerlijn zitten, zitten met de instructie bij elkaar.
Wanneer ze nog geen instructie hebben, gaan ze aan het werk op het leerplein/verwerkingsruimte aan de hand van een dag- en weektaak en is stamgroepdoorbroken. Op het leerplein lopen ondersteuners en/of leerkrachten rond die op dat moment geen instructie geven. Na een instructie gaan de leerlingen terug naar het leerplein/verwerkingsruimte om de verwerking te doen en verder te gaan met hun dag- en weektaak.
De afgelopen jaren is een device, bijvoorbeeld een chromebook, bijna niet meer weg te denken uit het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat door de te doen en te ervaren informatie veel beter wordt opgeslagen in de hersenen. Dit betekent dat wij in onze lessen veel meer naar actieve leerwijzen gaan. Wij willen dat uw kind actief wordt betrokken bij zijn of haar leerproces doormiddel van praktische ervaringen, dus door te DOEN. Daarbij krijgen ze de kans om zelf te experimenteren, te reflecteren en betekenisvolle verbanden te leggen tussen theorie en praktijk.
IPC
Naast de basisvakken, wordt er op twee middagen in de week thematisch gewerkt met IPC gewerkt. IPC is een onderwijsprogramma voor de zaakvakken en de creatieve vakken, waarbij effectief leren centraal staat. De kinderen werken doelgericht aan vaardigheden, kennis en inzicht. Daarnaast werken de kinderen aan zelfvertrouwen, begrip, het ontdekken van eigen talenten en is er aandacht voor internationale ontwikkelingen en andere culturen. Het kind als wereldburger staat centraal.